Articulatie
Misschien herkent u dit wel: u verstaat uw kindje prima maar anderen hebben moeite om uw kind te verstaan. De leerkracht bijvoorbeeld, of vriendjes of familieleden. Dat komt misschien omdat uw kind bepaalde klanken niet correct uitspreekt of misschien wel weglaat. Zo vervangen sommige kinderen een bepaalde klank consequent door een andere klank. De /k/ wordt bijvoorbeeld steevast een /t/. Andere kinderen vinden de uitspraak van twee medeklinkers na elkaar erg lastig, de /st/ in ‘stop’ of /sp/ in ‘spin’. Woorden klinken dan heel anders en het gevolg: anderen begrijpen niet wat uw kind vertelt.
Stap voor stap leert de logopedist de juiste klanken bij uw kind aan. Door bijvoorbeeld de eigenschappen van de klanken te demonstreren en het kind goed te leren luisteren naar wat het nou eigenlijk zegt. Hiervoor gebruiken wij onder andere de methodes PROMPT en Metaphon.
Slissen
Soms blijkt dat een kind bepaalde klanken niet op de juiste wijze vormt. Het plaatst de tong bijvoorbeeld tegen of tussen de tanden bij het uitspreken van de /s/ of /t/. Dat noemen we slissen. Bij lispelen ontsnapt er juist lucht aan de zijkanten van de tong. De logopedist legt het kind op speelse wijze uit hoe de tong wel correct te plaatsen. Eerst in korte klanken, daarna in woorden en zinnen. Zo bouwen we samen het nieuwe spreekgedrag heel geleidelijk op.